Soms loopt een bevalling anders dan je hoopt. Brigitte is op 28 december uitgerekend. Op 6 januari is er nog niets gebeurd, maar terwijl Brigitte in het ziekenhuis is voor een CTG-scan breken haar vliezen. Ze heeft geen weeën en gaat weer naar huis.
Die nacht begint dan toch de bevalling. Brigittes vriend Arthur belt me en vertelt dat het erg snel gaat. Ik zal nog een tijdje onderweg zijn om bij het ziekenhuis in Utrecht te komen, dus ik spring zo geruisloos mogelijk uit bed en in mijn fotografie-outfit, grijp mijn spullen en stap de stilte van deze winternacht in. Als de navigatie in de auto nog 20 minuten op de teller heeft gaat de telefoon. Het is Arthur. ‘Ben je er bijna? Het gaat zo snel, schiet alsjeblieft op!’ Op de achtergrond hoor ik geluiden die de indruk geven dat het elk moment gebeuren kan. Ik ga toch niet te laat komen? De vijfbaansweg op de A2 is compleet verlaten. Terwijl het zweet op mijn voorhoofd staat trap ik het gaspedaal dieper in.
Na wat een eeuwigheid lijkt kom ik aan bij het ziekenhuis en scheur de parkeergarage in. Ik ben hier nog nooit geweest en begrijp van de portier dat de verloskamers aan het einde van de lange lege ziekenhuisgang zijn. Ik ren door de gang terwijl ik hardop voor me uit prevel: ‘Wacht nog even. Ik ben er bijna. Wacht nog even.’ Met een rood hoofd en ademtekort kom ik op de afdeling verloskunde. Ik stap de kamer binnen en zie tot mijn opluchting dat het kindje nog niet geboren is. Wel is het duidelijk dat Brigitte in de laatste fase van de bevalling zit. Ik pak snel mijn camera terwijl zij aan het persen is. Ze werkt keihard, maar heeft het ook erg zwaar.
De progressie gaat moeizaam. Brigitte geeft alles wat ze heeft en op een gegeven moment staat het hoofdje van de baby. Dan blijkt dat de navelstreng om zijn hals zit. Die wordt snel losgeknipt. Brigitte blijft uit alle macht persen, maar de baby lijkt muurvast te zitten. Ze moet op handen en knieën draaien. Nog wil de baby maar niet loskomen, zijn schouders blijven haken. Er moet nu snel gehandeld worden, want de baby zit in een benauwde situatie. De verloskundige krijgt de schouders los en David wordt dan toch eindelijk geboren. Heel even is er opluchting, maar David is slap en geeft geen kik.
De kinderarts wordt gebeld en er komt binnen no-time een team van medisch specialisten binnen. Iedereen in de kamer houdt zijn adem in. Het is stil. De beademingsapparatuur wordt aangesloten. Na enige tijd begint David te pruttelen en, ja, eindelijk, we horen zacht gehuil! Een golf van verlichting gaat door de ruimte.
Het zuurstofgehalte in Davids bloed blijft echter laag dus moet hij nog langer beademd worden. Hij knapt gelukkig met de minuut verder op. Hoewel hij nog een aantal keer gecontroleerd moet worden mag hij toch even bij zijn sterke, uitgeputte moeder drinken, en bij zijn lieve, onthutste vader bijkomen. Ik maak met trillende handen van de spanning nog een paar foto’s van David, en dan, plotseling, kijkt hij recht in de camera, met een oogopslag alsof hij alles begrijpt, alles weet, en duidelijk wil maken: het komt wel goed.
En dat kwam het. Later zal blijken dat hij geen schade heeft opgelopen door het zuurstoftekort, wat een geweldig nieuws is dat. Inmiddels zijn we alweer een tijd verder en David doet het geweldig!
De namen in dit geboorteverhaal zijn op verzoek van de ouders gefingeerd.
Hieronder kun je de film bekijken van Davids geboorte. Klik rechtsonder op volledig scherm voor de beste beeldverhouding.